1. BRANDBLUSAPPARATEN
In de cabine van elke transporteenheid die gevaarlijke stoffen vervoert, moet
zich binnen handbereik van de bestuurder een brandblusapparaat bevinden dat
voldoet aan de voorschriften van het technisch
reglement. Het moet ten minste 2 kg poeder of een
gelijkwaardige hoeveelheid ander blusmiddel bevatten. Als het voertuig
uitgerust is met een automatische of gemakkelijk te bedienen blusinrichting
voor de motor, is de poederblusser niet vereist.
Een tweede brandblusapparaat moet aanwezig zijn bij de lading, behalve wanneer
het vervoer betreft van stoffen van klasse 6.2. Dit toestel moet
ten minste 6 kg (in België 9 kg) poeder of een
gelijkwaardige hoeveelheid ander blusmiddel bevatten.
Indien de MTM kleiner is dan 3.500 kg of indien vervoerd wordt volgens de
voorwaarden van randnr 10 011 (zie bijlage 3) moet de brandblusser slechts een
inhoud van 2 kg hebben.
Een aanhangwagen of oplegger, die één of meerdere gevaarlijke producten bevat,
moet voorzien zijn van een dergelijk blusapparaat wanneer hij ver van het
trekkend voertuig op de openbare weg wordt
achtergelaten.
De brandblusapparaten moeten aan de volgende vereisten voldoen: beide
apparaten moeten het keurmerkteken dragen van het land waar het voertuig
ingeschreven is. De geldigheid mag niet verstreken zijn. De loodjes van de
apparaten mogen niet verbroken zijn. De apparaten moeten in bruikbare staat
zijn. Het beveiligingssysteem moet zo zijn dat de blusapparaten snel van hun
steun kunnen worden genomen worden.
2. BIJKOMENDE UITRUSTING VAN HET VOERTUIG
Het voertuig moet voorzien zijn van een tas met gereedschap.
Het voertuig moet uitgerust zijn met een gepast stopblok. Er moet één wielkeg
zijn per voertuig. Een combinatie van trekker en oplegger moet dus voorzien
zijn van 2 wielkeggen of stopblokken. In België moet het stopblok de volgende
minimale afmetingen hebben: lengte: 30 cm, breedte: 16 cm, hoogte: 16 cm.
Een hoofdschakelaar is vereist bij voertuigen van het type III voor het
vervoer van stoffen van klasse 1, voor voertuigen voor vervoer van
vloeistoffen met een vlampunt van ten hoogste 61 °C in vaste of afneembare
tanks en voor voertuigen, die brandbare gassen in vaste of afneembare tanks of
in batterijwagens met een inhoud van meer dan
1.000 l.
De hoofdschakelaar moet zo dicht mogelijk bij de accu geplaatst zijn,
gemakkelijk en duidelijk herkenbaar zijn, beschermd zijn tegen onbedoelde
bediening, in de cabine aangebracht onder handbereik vanuit de
bestuurderszitplaats, een directe of afstandsbediening hebben zowel in als
buiten de cabine.
In het voertuig moeten twee draagbare oranje lampen aanwezig zijn. Het mogen
vaste lichten, zwaai- of knipperlichten zijn. Zij moeten onafhankelijk zijn
van de elektrische installatie van het voertuig. Indien het voertuig 's nachts
of bij slechte zichtbaarheid parkeert en de verlichting niet werkt, moeten
deze lampen 10 m voor en 10 m achter het voertuig geplaatst worden. Deze
verplichting vervalt vanaf 01/01/99.
Vanaf 01/01/99 zijn ook nog verplicht: vier reflecterende staande
waarschuwingsmiddelen (kegels, driehoeken), een afscherming voor riolen en
afwateringen, een schop en een bezem.
3. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSUITRUSTING
De persoonlijke beschermingsuitrusting van de chauffeur moet minimum bestaan
uit: een veiligheidsbril die de ogen volledig beschermt, handschoenen uit
geschikte kunststof, een oogspoelfles met zuiver water.
De veiligheidskaarten vermelden eveneens een aantal
beschermingsmiddelen die nodig zijn om de gevolgen van een ongeval of
incident efficiënt te bestrijden zonder al te grote risico's voor zichzelf.
3.1. ABSORPTIEMIDDELEN
Dit zijn middelen, zoals zand, om gemorste stoffen onschadelijk te maken bij
een lek.
Geschikte opvangbank voor kleine hoeveelheden gemorste stof.
3.2. GASDICHTE HANDLAMP MET EEN NIET-METALEN LICHAAM
Deze is verplicht bij het vervoer van brandbare gassen of van zeer vluchtige
brandbare vloeistoffen met een vlampunt lager dan 55 °C.
Voor het vervoer van stoffen van klasse 1 moeten 2 gasdichte lampen aanwezig
zijn, één voor de chauffeur en één voor de bijrijder.
3.3. LICHAAMSBESCHERMING
Pakken van kunststof of rubber, als bescherming tegen vocht, bijtende of
giftige stoffen, tegen hoge of lage temperaturen.
Een waarschuwingsvest. Voor het vervoer van klasse 1 moeten
2 waarschuwingsvesten aanwezig zijn, één voor de chauffeur en één voor de
bijrijder.
3.4. HOOFDBESCHERMING
De veiligheidshelm. Deze bestaat uit een kunststofhelm met een verend
binnenwerk. Een juiste afstelling van dit binnenwerk is voor de drager
belangrijk. Tevens zijn er uitvoeringen met bescherming voor nek en gezicht.
3.5. OOGBESCHERMING
Er zijn speciale veiligheidsbrillen. Dit kunnen open brillen zijn met
veiligheidsglas of gesloten brillen voor bescherming tegen gassen of dampen.
Voor irriterende gassen of dampen gebruikt men een volledig gelaatstuk.
3.6. ADEMBESCHERMING
Stofmasker. Dit is een weggooimasker dat gemaakt is van celstof en de
ademhalingswegen beschermt tegen stof dat niet giftig is.
Gasmasker met filterbus. Dit is slechts bruikbaar als er voldoende zuurstof
is. Dit masker is niet geschikt voor gesloten ruimten. Een filterbus is
beperkt houdbaar en verzegeld.
Verse luchtmasker. Dit is een adembescherming, die via een lange slang
verbonden is met de buitenlucht. De buitenlucht wordt met een compressor
aangezogen.
Persluchtmasker. Dit is een onafhankelijke adembescherming. Via een drukhouder
op de rug wordt de samengeperste lucht meegedragen.
3.7. HAND- EN ARMBESCHERMING
Dit kunnen werkhandschoenen, maar ook handschoenen met armkappen van rubber of
kunststof zijn, wollen handschoenen tegen sterk gekoelde gassen. De mouwen
moeten steeds in de handschoenen gedragen worden.
3.8. VOET- EN BEENBESCHERMING
Veiligheidsschoenen zijn schoenen met een stalen neus of zool. Dit als
beveiliging tegen vallende voorwerpen of tegen het ergens in trappen.
Rubberen of kunststof laarzen dienen als bescherming tegen bijtende stoffen.
Draag daarbij de broekspijp altijd over de laars heen, zodat bij lekkage de
vloeistof niet via de broekspijp in de laars loopt.
4. VOORGESCHREVEN UITRUSTING PER KLASSE
4.1. KLASSE 1
Voor klasse 1 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België: 9 kg)
brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas,
stopblok, 2 waarschuwingsvesten, 2 gasdichte lampen en 4 kegels of driehoeken.
4.2. KLASSE 2
Voor klasse 2 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België: 9 kg)
brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas,
stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming (bij vervoer van
gassen van T, TC, TF, TFC, TO en TOC moet de bemanning zijn voorzien van
maskers, die een veilige ontsnapping mogelijk maken bij een noodsituatie),
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles en
4 kegels of driehoeken.
4.3. KLASSE 3
Bij het vervoer van klasse 3 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in
België: 9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen (voor b.v. rioolputjes), schop, bezem,
absorbeermiddel en opvangbak.
4.4. KLASSE 4.1
Bij het vervoer van klasse 4.1 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in
België: 9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en
opvangbak.
4.5. KLASSE 4.2
Bij het vervoer van klasse 4.2 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in
België: 9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en
opvangbak.
4.6. KLASSE 4.3
Bij vervoer van klasse 4.3 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België:
9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen, een plastic vel van 2 x 3 m schop, bezem,
absorbeermiddel en opvangbak.
4.7. KLASSE 5.1
Bij vervoer van klasse 5.1 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België:
9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas,
stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming, handschoenen,
voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp,oogspoelfles,
4 kegels of driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel,
opvangbak en waterbak.
Bij de stoffen van cijfer 1° moet een jerrycan met 30 l water aanwezig zijn,
die in de winter antivries bevat.
4.8. KLASSE 5.2
Bij vervoer van klasse 5.2 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België:
9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas,
stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming, handschoenen,
voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4 kegels of
driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en opvangbak.
4.9. KLASSE 6.1
Bij vervoer van klasse 6.1 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in België:
9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas,
stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming, handschoenen,
voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4 kegels of
driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel, opvangbak en
speciale uitrusting.
Bij de stoffen van cijfer 31°a) moeten bovendien 3 schriftelijke instructies,
2 paar handschoenen, 2 paar laarzen, twee gasmaskers met een filter van
actieve kool en een inhoud van 500 cm³ en een fles met 2 kg kaliumpermanganaat
met het opschrift "voor gebruik in water oplossen".
4.10. KLASSE 6.2
Bij het vervoer van klasse 6.2 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 2 oranje
lampen (afgeschaft op 01/01/99), gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest,
oogbescherming, adembescherming, handschoenen, voetbescherming,
lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4 kegels of driehoeken,
afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en opvangbak.
4.11. KLASSE 8
Bij het vervoer van klasse 8 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in
België: 9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en
opvangbak.
4.12. KLASSE 9
Bij het vervoer van klasse 9 zijn verplicht: 2 kg brandblusser, 6 kg (in
België: 9 kg) brandblusser, 2 oranje lampen (afgeschaft op 01/01/99),
gereedschapstas, stopblok, waarschuwingsvest, oogbescherming, adembescherming,
handschoenen, voetbescherming, lichaamsbescherming, handlamp, oogspoelfles, 4
kegels of driehoeken, afdekmiddelen, schop, bezem, absorbeermiddel en
opvangbak.