Brandveiligheid in en om het woonhuis
Brand is
verraderlijk. Op de meest onverwachte ogenblikken kan men worden
geconfronteerd met dit gevaar. Wie op dat moment niet goed is voorbereid
loopt grotere risico's dan diegene die al het mogelijke heeft gedaan om
doeltreffend te reageren. Een goede voorbereiding en aandacht voor
brandpreventie maakt bovendien de kans op brand veel kleiner. Wie
voldoende voorzorgsmaatregelen neemt en de nodige voorzichtigheid
betracht weet dat zijn huis brandveilig is. Deze publicatie kan daarbij
behulpzaam zijn.
Een brand is
een verbranding waarover de mens zijn controle verloren heeft. Hij kan
alleen ontstaan als er drie factoren tegelijkertijd aanwezig zijn:
1. Brandbare stof
In de eerste plaats is er brandbare stof nodig zoals papier, textiel,
hout, benzine, butagas. De vorm waarin deze stof aanwezig is (vast,
vloeibaar of gas), kan een grote invloed uitoefenen op het brandverloop.
2. Zuurstof
In de tweede plaats is voor een brand de aanwezigheid van lucht
(zuurstof) noodzakelijk. De mate van ventilatie is daarbij van grote
invloed op de intensiteit van brand. Geringe luchttoevoer betekent vaak
een stinkende smeulbrand, terwijl voldoende ventilatie een snelle en
felle verbranding veroorzaakt. Brandbare stoffen en zuurstof zijn in
onze omgeving altijd wel aanwezig.
3. Ontstekingsenergie In de derde plaats is er voor het ontstaan van
brand warmte nodig om de brandbare stof te ontsteken, bijvoorbeeld een
vlam, vonk, peuk, kachel, soldeerbout, kapotte elektriciteitsdraad of
strijkijzer.
Rook en
hitte
Bij brand zijn rook en hitte de gevaarlijkste verschijnselen. In de
smeulende beginfase van een brand bestaat de rook uit teer- en
roetdeeltjes. De ontwikkeling van de brand gaat daarna gepaard met
vlammen, waardoor de temperatuur in de ruimte oploopt. De rook bevat dan
ook deeltjes die niet zichtbaar zijn maar wel schadelijk voor de mens.
Statistiek
Veel branden ontstaan in de keuken, omdat daar, zowel bij elektrisch
koken als bij koken op gas, brandgevaar bestaat. Bovendien bevinden zich
er altijd veel brandbare spullen. Ook een vette afzuigkap en vette
pannen kunnen gemakkelijk in brand raken. De meeste branden worden
veroorzaakt door menselijk handelen, zoals onvoorzichtig omgaan met
vuur, roken, las- en soldeerwerkzaamheden of vuurwerk. Daarnaast kan een
mankement aan of slechte aanleg van een technische installatie de
oorzaak zijn.
Bij hoge woongebouwen, zoals flats, worden de bergingen en afvalruimten
eronder vaak door brand getroffen. Hierbij is in veel gevallen
brandstichting in het spel.
Als belangrijkste oorzaken van brand in de woning kunnen genoemd worden:
1.
Brandstichting
2. Spelen met vuur / onvoorzichtigheid
3. Vlam in de pan
4. Defecten/storingen in apparatuur
5. Sluiting (kort- of aardsluiting)
Tijdstip
De meeste branden ontstaan tussen drie uur 's middags en negen uur 's
avonds. Maar een brand die 's nachts ontstaat tussen middernacht en zes
uur zal meestal laat worden ontdekt en heeft daarom meer tijd om zich te
ontwikkelen en eventueel te ontaarden in een brand met grote gevolgen.
Slachtoffers
Jaarlijks worden in ons land 600 tot 900 mensen gewond bij een brand en
vallen er 80 tot 100 doden. Brandwonden zijn altijd zeer pijnlijk en de
genezing vergt dikwijls een behandeling die jaren kan duren.
Door direct de vlammen te doven met een deken of jas of door het
slachtoffer over de grond te rollen en hem vervolgens langdurig te
koelen met water, kunnen de gevolgen van brandwonden worden beperkt.
Schade
Statistieken leren dat de jaarlijkse schade ten gevolge van brand flink
kan oplopen. De totale schade beloopt meer dan een miljard gulden per
jaar.
Daarnaast gaan bij brand vaak persoonlijke eigendommen verloren die voor
de bewoners van onschatbare waarde zijn.
Brandbeveiliging
Brandbeveiliging omvat alle
maatregelen die er op gericht zijn het ontstaan van brand te voorkomen
en uitbreiding ervan zoveel mogelijk te beperken.
Brandveilig
bouwen
De zorg voor de brandbeveiliging is via de wet opgedragen aan de
gemeentelijke overheid. Deze stelt brandbeveiligingseisen bij het bouwen
van woningen.
Hieronder vallen eisen voor rookkanalen, bouwmaterialen en
scheidingswanden en -muren. Bij de bouw van meerdere woonlagen en flats
wordt gezorgd voor extra vluchtwegen.
Brandveilig
wonen
De bewoners van een woning hebben de zorg om deze brandveilig te houden
en te gebruiken. In woonvormen met gezamenlijk gebruik van
voorzieningen, zoals woonkamer en keuken, hebben alle bewoners de zorg
voor brandveiligheid.
Brandbeveiliging is als volgt onder te verdelen.
Brandpreventie
Hieronder vallen alle maatregelen en voorzieningen om brand en de
gevolgen daarvan te voorkomen. Dit kan variëren van het bespreken van
het onderwerp 'brand' met de medebewoners tot de keuze van brandveilige
materialen bij een verbouwing.
Brandmelding
Dat zijn alle maatregelen en voorzieningen om een brand zo snel mogelijk
te ontdekken en te melden. Het landelijk alarmnummer, waarmee ook de
brandweer gewaarschuwd kan worden, is '112'.
Evacuatie
Bij een brand in een woonhuis komt het dikwijls voor dat gang of trap
niet meer gebruikt kunnen worden. Alle bewoners dienen met deze
mogelijkheid rekening te houden. Zij moeten weten langs welke andere weg
het huis zo snel en veilig mogelijk kan worden verlaten.
Brandbestrijding
In afwachting van de brandweer kan iedereen trachten een begin van brand
te blussen. Dat neemt niet weg dat de brandweer altijd eerst
gewaarschuwd moet worden.
Brandpreventie
In het algemeen is brandpreventie een combinatie van organisatorische,
bouwkundige en technische maatregelen die nooit los van elkaar gezien
kunnen worden. Zonder een goede organisatie verliezen alle bouwkundige
en technische voorzieningen een groot deel van hun preventieve waarde.
Organisatorische maatregelen
Onder organisatorische maatregelen vallen onder meer:
Bespreken in het gezin of met de medebewoners hoe er bij brand gehandeld
moet worden.
Gezamenlijk opstellen van een vluchtplan.
Oefenen met de aanwezige blusmiddelen. Kijk op z'n minst eens op het
etiket van het blustoestel!
Onderhouden van de aanwezige veiligheidsvoorzieningen.
Ervoor zorgen dat iedereen de trappen en gangen vrijhoudt van obstakels.
Zij belemmeren de vluchtweg en kunnen ook in brand raken.
Bouwkundige
voorzieningen
Bouwkundige maatregelen worden vaak pas genomen als er een verbouwing
plaatsvindt. In verband met het risico van brand is het belangrijk te
letten op de toepassing van brandveilige bouw- en afwerkingmaterialen.
Het gebeurt maar al te vaak dat bewoners hun huis verfraaien en daarbij,
zonder het te weten, zeer brandbare materialen toepassen die een snelle
branduitbreiding bevorderen. Bovendien produceren die soms een enorme
hoeveelheid schadelijke rook waardoor redding en blussing bemoeilijkt
worden.
Bij het gebruik van isolatiemateriaal moet men er op letten of dit
brandbaar is. Minerale wol is onbrandbaar, maar isolatiematerialen van
kunststof zijn wel brandbaar. Wanneer zij bevestigd zijn tegen het
plafond kunnen sommige een 'regen' van brandende druppels veroorzaken.
Het is daarom belangrijk brandbare isolatiematerialen af te dekken met
gipskarton.
Bij doe-het-zelf werkzaamheden moet men ook oppassen met open vuur en
hitte, zoals bij verf afbranden en solderen. Vooral bij het zelf
aanleggen van schoorstenen voor de open haard worden veel fouten
gemaakt. Die fouten kunnen worden voorkomen door u hierover goed te
later adviseren door vakmensen.
Een rieten dak is een brandbare constructie die als hij brandt bijna
niet kan worden geblust. Woningen met een rieten dak moeten aan tal van
eisen voldoen op het gebied van brandveiligheid. Informatie hierover en
over brandveiligheid van schoorstenen is te verkrijgen bij het Nationaal
Centrum voor Preventie in Bilthoven (tel. 030 - 2296000).
Technische
voorzieningen
Maatregelen van technische aard bestaan meestal uit het aanbrengen van
brandbeveiligingsapparatuur, zoals blustoestellen, rookmelders en
noodladders. Maar ook bij de aanleg van technische installaties voor
gas, elektriciteit en verwarming moet men al letten op een aantal
normale brandpreventieve voorzieningen.
De gasinstallatie moet aan overheidsregels voldoen. Knoei daar niet zelf
aan, maar roep de vakman. Ruikt u een gaslucht, waarschuw hem of het
gasbedrijf dan direct. Denk eraan dat een waakvlam ook lijmdampen en
andere brandbare gassen kan ontsteken. De elektrische installatie is
afgestemd op normaal gebruik. Overbelasting, contact met vocht en
dergelijke kunnen ernstige gevolgen hebben. Als de zekeringen regelmatig
doorslaan, laat dan de vakman de installatie controleren.
Brandmelding
Voordat een brand gemeld kan worden aan de brandweer moet hij zijn
ontdekt. Overdag kan dat snel gebeuren doordat de rookontwikkeling, de
vlammen of de hitte worden bemerkt. Wanneer echter een brand pas laat
wordt ontdekt, bijvoorbeeld 's nachts, kan het vuur zich al hebben
uitgebreid voordat het door voorbijgangers, buren of bewoners wordt
ontdekt.
Automatische rookmelder
Een automatische rookmelder is een handig hulpmiddel dat bewoners snel
waarschuwt wanneer er brand is. Een rookmelder voor woningen reageert
wanneer er rook in de melder komt en geeft dan een hoorbaar signaal.
Bedenk echter dat één rookmelder, ook al is deze op een strategische
plaats gemonteerd, niet in alle brandsituaties vroegtijdig zal
waarschuwen.
Aanschaf
rookmelder
Voor de aanschaf van een melder moet u op het volgende letten.
Is de melder goedgekeurd door Keurmerkinstituut Consumentenproducten?
Goedgekeurde apparaten krijgen het 'goedmerk' en zijn herkenbaar aan dit
vignet.
Is het signaal goed hoorbaar op de plaats waar dat nodig is?
Werkt de melder op het lichtnet of op een batterij?
Geeft de melder een signaal wanneer de batterij bijna leeg is?
Hoeveel melders zijn er nodig?
Indien u één melder plaatst, kies dan bij voorkeur een plaats aan het
plafond van de overloop boven aan de trap. In dàt geval is het de
bedoeling dat de bewoners vroegtijdig gewaarschuwd worden bij een brand
beneden, in bijvoorbeeld woonkamer of keuken. Uiteraard is het vaak
beter meerdere melders te plaatsen.
112
Wanneer u brand ontdekt waarschuw dan de andere bewoners en de
brandweer. Het landelijke alarmnummer is 112. Wanneer u verteld heeft
wat er aan de hand is wordt u doorverbonden met de alarmcentrale van de
brandweer. Zorg dat het nummer 112 bij de telefoon vermeld staat. Laat
de andere bewoners elkaar waarschuwen, terwijl ù de brandweer belt.
Wanneer de brandweer gewaarschuwd is, zorg dan dat zij wordt opgewacht
en bij aankomst meteen de juiste informatie krijgt. Dit versnelt een
goed optreden.
Evacuatie
Om de woning in geval van brand op tijd te verlaten, moeten er
vluchtmogelijkheden aanwezig zijn die alle bewoners kennen. Hoewel
woningen aan de wettelijke eisen hiervoor moeten voldoen, kan er zich
altijd een situatie voordoen waarin deze vluchtwegen door rook niet meer
gebruikt kunnen worden.
In woonhuizen met slechts enkele verdiepingen zullen in de meeste
gevallen de bewoners zelf de vluchtmogelijkheden moeten bepalen aan de
hand van een vluchtplan.
Vluchtplan
Het is nuttig om gezamenlijk een
plan voor ontvluchting op te stellen en af te spreken waar men daarna
bij elkaar komt om te zien of iedereen ook werkelijk een goed heenkomen
heeft kunnen vinden. Soms kan daarbij gebruik worden gemaakt van
balkons, aansluitende platte daken, schuurtjes of dakgoten.
Vluchtmiddelen
Als alternatieve vluchtroutes geen mogelijkheden bieden, moet er gebruik
gemaakt worden van 'vluchtmiddelen', zoals een touw met knopen,
touwladders, redlijnen, uitwerpbare ladders of vaste ladders aan de
muur. Het is zeker nuttig de vluchtmogelijkheden goed te bekijken; nog
beter is het om eens een ontruiming te oefenen.
Breekt er brand uit in een (flat)gebouw, gebruik dan in elk geval nooit
de lift om te vluchten.
Brandbestrijding
Pas als u de brandweer hebt gewaarschuwd, kunt u zelf overgaan tot het
bestrijden van een brand. Hierbij moet wel in de eerste plaats aan de
eigen veiligheid worden gedacht. Voor het blussen van branden in
woningen komt een aantal blusmiddelen in aanmerking.
Waterslang
Een tuinslang van voldoende lengte, permanent aangesloten op de
waterleiding, waarmee iedere plaats in de woning bereikt kan worden is
nuttig. Nog beter is een kleine slanghaspel die speciaal voor de
brandbestrijding is ontwikkeld. Die kan tevens gebruikt worden voor het
nat houden van een rieten kap, maar ook voor het sproeien van de tuin en
het wassen van de auto.
Blustoestel
Brandblustoestellen zijn hèt eerste hulpmiddel voor het blussen van een
brand in een beginstadium. Het bluseffect van een blustoestel is
afhankelijk van een aantal factoren, zoals de aard, de omvang en de
plaats van de brand, de hoeveelheid blusstof en de geoefendheid van
degene die het toestel bedient. Als blusstof worden in blustoestellen
gebruikt:
water en schuim;
bluspoeder;
koolzuurgas (CO2=kooldioxide=koolzuursneeuw);
Brandklassen
Het blusmiddel moet geschikt zijn om het type brand dat men verwacht te
blussen. Om dit te kunnen bepalen zijn vier 'brandklassen' vastgesteld.
brandklasse A: branden van vaste stoffen zoals hout, papier, textiel.
brandklasse B: branden van vloeistoffen zoals benzine, olie, spiritus,
aceton.
brandklasse C: branden van gassen zoals aardgas, LPG, pro-paan, butaan.
brandklasse D: branden van lichte metalen zoals natrium, magnesium,
titanium.
Deze lettercodering is ook op het etiket van blustoestellen terug te
vinden, waardoor men weet voor welk type brand het blustoestel geschikt
is. In het woonhuis kan men vooral branden van brandklasse A verwachten.
Aanschaf
blustoestel
Voor de aanschaf van een blustoestel moet u op het volgende letten.
De blusstof moet geschikt zijn voor de brand die in een woning verwacht
kan worden (meestal brandklasse A);
Het toestel moet door de bewoners gemakkelijk bediend kunnen worden;
Het toestel moet navulbaar en controleerbaar zijn;
Schaf een toestel aan met een rijkskeurmerk;
Koop een niet te klein toestel (in ieder geval meer dan 2 kg), anders is
het bluseffect te gering;
Lees goed de bijbehorende instructies;
Breng het toestel zichtbaar en niet te hoog aan op een voor iedereen
bereikbare plaats;
Laat het toestel meteen na gebruik hervullen, ook al is het nog niet
leeg;
Laat het toestel periodiek controleren (ten minste éénmaal per jaar);
Monteer slanghaspels bijvoorbeeld onder de trap of in de berging, in
ieder geval zo dat iedere plaats in het huis snel met de waterstraal
bereikt kan worden.
Voorkomen
van brand in huis
Houdt lucifers en aanstekers buiten het bereik van kinderen.
Rook nooit in bed.
Zet geen kaarsen in de buurt van brandbaar materiaal zoals gordijnen en
gebruik onbrandbare kaarsenstandaards.
Schuif bij vlam in de pan een deksel over de pan en draai het gas uit.
Nooit water gebruiken of met de pan lopen.
Reinig regelmatig het filter van de afzuigkap, zodat geen vetresten
aanwezig zijn.
Ventileer goed bij gebruik van vluchtige schoonmaak-, plak- en
oplosmiddelen en rook niet.
Vul de brander van fondue- en gourmetstellen niet in de nabijheid van
vuur. Vul pas bij als deze helemaal is afgekoeld.
Schakel na het kijken de t.v. uit met de 'aan/uit'-schakelaar. Het
toestel staat nog aan als alleen de afstandsbediening is gebruikt.
Houdt halogeenverlichting, in verband met warmteproductie, uit de buurt
van brandbaar materiaal en schakel deze uit bij uw afwezigheid.
Laat een strijkbout nooit onbewaakt achter.
Wanneer de zekeringen (stoppen) doorslaan, verhelp dan de oorzaak of
roep de hulp van een vakman in.
Leg geen elektriciteitssnoeren onder het tapijt. Gebruik zo min mogelijk
verlengsnoeren.
Let bij de aanschaf van meubilair op brandbaarheid.
Laat gastoestel en schoorsteen regelmatig schoonmaken en controleren.
Plaats een brandscherm voor de open haard en voorzie de schoorsteen van
een vonkenvanger.
Plaats bij gebruik van flessengas de fles rechtop; gebruik goede slangen
en klemmen; vernieuw de gasslang tenminste elke twee jaar; vul de fles
niet bij een LPG-station; zorg voor een goede ventilatie.
In een
brandwerende kast kunnen waardevolle zaken tegen brand beschermd worden.
Uit een testrapport moet de brandwerendheid blijken. Voor het opbergen
van foto's, dia's en floppydisks is een speciale kast vereist. (Een
brandwerende kast biedt geen bescherming tegen inbraak.)
Wat te doen
bij brand
Sluit deuren en ramen en waarschuw direct de brandweer via alarmnummer
112.
Rol iemand die in brand staat over de grond en dek hem af met een deken
of jas. Zet of leg het slachtoffer onder de koude douche of in een koud
bad tot een arts aanwezig is.
Zorg dat de brandweer de woning goed kan bereiken en wacht hem op om de
nodige informatie te geven.
Verzekering
Controleer of de hoogte van het
verzekerde bedrag voor uw bezittingen voldoende is.
Stel een lijst op van alle waardevolle eigendommen met eventuele type-
en codenummers.
Berg waardepapieren veilig op.
Meld schade zo spoedig mogelijk aan uw tussenpersoon of verzekeraar.
U bent verplicht om de schade zoveel mogelijk te beperken. Laat uw
verzekeraar of verzekeringsadviseur daarbij helpen.