|
Oude afgekeurde
Brandblussers |
|
|
Het kan gebeuren dat uw
brandblusser wordt afgekeurd vanwege de leeftijd, ondanks dat hij er nog
als nieuw uitziet. Sinds enige tijd zijn de Normen voor onderhoud
aangepast De ontwikkelingen hebben niet stilgestaan sinds de invoering van de nieuwe
norm voor het onderhoud aan draagbare blustoestellen (NEN 2559). Ook de
onderhoudsnorm voor brandslanghaspels (NEN-EN
671-3) is gewijzigd. Tevens is de uitfasering van
Halon-blussers een feit. |
Wijzigingen op de
onderhoudsnormen |
Onderhoud draagbare blustoestellen (NEN 2559)
Het onderhoud aan draagbare blustoestellen is in vier niveaus
onderscheiden:
1. Regelmatige controle door de gebruiker
De eigenaar/gebruiker moet alle draagbare blustoestellen regelmatig
inspecteren op zichtbare kenmerken, zoals aanwezigheid, toegankelijkheid,
gebruiksklaar, onbeschadigd, juiste gebruiksaanwijzing.
2. Jaarlijks onderhoud door een deskundig persoon
Het blustoestel dient jaarlijks te worden gecontroleerd door een
REOB-gediplomeerde monteur van een door het NCP
gecertificeerd REOB-bedrijf.
3. Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud door een deskundig persoon
In het 5e en in het 15e jaar na de
productiedatum wordt het blustoestel onderworpen aan een uitgebreide controle.
Ook worden waar nodig de vullingen vernieuwd. Deze uitgebreide controle
betreft een meerprijs op de onderhoudsprijs.
4. Revisie na 10 jaar door een deskundig persoon
In het 10e jaar na de productiedatum wordt het blustoestel volledig
gedemonteerd en er wordt, indien nodig, een drukproef op de cilinder
uitgevoerd. Patronen van blussers mogen niet ouder zijn dan 10 jaar en worden
vervangen. Eventueel worden andere onderdelen vervangen.
|
|
Levensduur en overgangsregeling
De levensduur van draagbare blustoestellen wordt vanaf 1 januari 2004
gesteld op maximaal 20 jaar. Daarna moeten deze draagbare blustoestellen
buiten gebruik worden gesteld. Voor de invoering van deze regel wordt de
volgende overgangsregeling gebruikt:
· tot eind 2002 wordt de technische levensduur gesteld op maximaal 30 jaar
· tot eind 2003 wordt de technische levensduur gesteld op maximaal 25 jaar
De overgangsregeling geldt uitsluitend voor blustoestellen die steeds zijn
onderhouden volgens de NEN 2559:1986 en de aanvulling van 1994.
Blustoestellen die per juli 2001 niet ouder zijn dan 20
jaar en die niet of niet volledig zijn onderhouden volgens de NEN 2559 worden
onderworpen aan een uitgebreid onderhoud (voor blustoestellen die niet ouder
zijn dan 10 jaar) of aan een revisie (voor blustoestellen die ouder zijn dan
10 jaar). Het daaropvolgende jaar kunnen deze blustoestellen worden
onderhouden volgens de norm.
Verouderde draagbare blustoestellen kunt u bij iedere
REOB-gecertificeerde brandbeveiligingsorganisatie inleveren.
Verwijdering en afvalverwerking zullen dan volgens de milieuwetgeving worden
uitgevoerd. U dient dan niet alleen rekening te houden met kosten voor
vervanging, maar ook voor verwijdering. |
|
Onderhoud brandslanghaspels (NEN-EN
671-3)
De meest belangrijke wijzigingen in de NEN-EN
671-3 zijn:
· om de 5 jaar worden de slangen beproefd op de maximale werkdruk (10-16 bar),
afhankelijk van de productienorm. De kosten hiervan zijn een meerprijs
op de onderhoudsprijs;
· wanneer een haspel is ingebouwd in een kast, dan wordt het geheel als een
systeem beschouwd. Dit houdt onder meer in dat wanneer een deur van een
haspelkast een belemmering vormt voor het uitlopen van een slang, het geheel
wordt afgekeurd.
|
Deze
informatie wordt u ter beschikking gesteld door
www.brandblussercentrum.nl |